donderdag 6 april 2017

Prison break

Donderdagnamiddag 6 april en voor één keer eens geen kot in de nacht.
Hanne is nog aan het werk en ik ben home alone.
Het heeft wat voeten in aarde gehad om tot het besluit te komen of ik het nieuws van vorige vrijdag, 31 maart dus, wereldkundig zou maken.
Uit puur zelfprotectionisme, noem het gerust egoïsme. Ik wou namelijk een zondvloed aan vragen vermijden waar ik nu toch geen antwoord op kan geven.

Vorige vrijdag, exact twee jaar na de kick off van de eerste chemokuur, moest ik vernemen van de prof oncologie dat de chemo die ik nu krijg niet meer werkt. Er werden nieuwe letsels in de lever gevonden die er niet waren toen deze chemo in het begin van dit jaar werd opgestart.
Met andere woorden, de kanker is ontsnapt, zoals ze dat in de volksmond noemen.

Het kwam wel aan, dat nieuws, al had ik al een donkerbruin vermoeden. Kanker die groeit doet pijn. Zeker als die op vier plaatsen aan het groeien is.
In de linkerlong, in de lever, op de linker ribben en in de lymfen van de buikholte.
Op dat vlak ben ik intussen een ervaringsdeskundige geworden.
Ik interpreteer over het algemeen correct wat ik voel. Zonder te klagen.

En zoals op de laatste consultaties het telkens geweest is, was mijn vrouw erbij. Ook bij haar kwam het hard aan. Het is nu eenmaal geen prettig nieuws te moeten vernemen dat je man zijn ziekte de verkeerde kant op gaat.
Gewoon omdat er niet veel meer ligt waarmee ze me kunnen behandelen. De schuif met chemo's geraakt stilaan leeg.
Er ligt nog één schema. OCA noemt het.
Ik ben aan het uitvlooien wat de werkzame bestanddelen zijn van deze cocktail en vooral hoe ze werken. En wat de nevenwerkingen zouden kunnen zijn.
Met een dubbel gevoel, want ergens heb ik zoiets van: "Wil ik het wel weten?".
Dat zijn dan gelijk ook de vragen die ik wou vermijden. Dus bespaar me de overbodige vragen alsjeblieft. Toch op dit moment.
Ik weet niet of die OCA zal aanslaan.
De kans ligt ergens tussen de 15 en 20%.
Ik weet niet of ik last zal hebben van nevenwerkingen. Waarschijnlijk wel.
Ik weet niet welke levenskwaliteit ik nog mag verwachten in de weeral nieuwe behandeling. En nieuw betekent hier nieuw in de optiek dat ik deze nog niet kreeg, want het schema zelf is zo oud als de straat.

Wat ik wel weet is dat ik ineens nog intenser leef.
Ondanks pijn, ondanks 's nachts  opstaan om de slijmen die de tumor veroorzaakt op te hoesten, ondanks een linkerarm die ik minder en minder gebruik om te tillen want dat is pijnlijk door de metastasen op de ribben, ondanks de onzekerheid die me nu al voor de zevende nacht op rij wakker houdt.

Ik leef elke dag alsof het mijn laatste is.
Samen met mijn vrouw, mijn familie en mijn vrienden.

Ik begin kleine klusjes die ik al veel te lang voor me uitschoof aan te pakken.
Omdat ik dingen graag in orde heb en ik die niet te lang meer mag uitstellen. Of het komt er niet meer van.
Ik trek er meer op uit, samen met mijn vrouw. Korte tripjes, eventjes weg van alles en iedereen.
Onder ons tweetjes. Een goed hotelletje, een uitstekend restaurant, of een frisse pint. Als ik maar samen met haar ben.

Ik begin ook te merken dat ik me mateloos begin te storen aan mensen die last hebben van een snotvalling en doen alsof ze gaan sterven. Of het ineens niet meer aankunnen omdat ze hun schoenen te klein kochten. Of die hun werk of taak niet naar behoren uitvoeren, en daarmee anderen in een lastig parket brengen.

En een aantal dingen liggen ineens glashelder.
Ik weet nu waar het geluk te vinden is.
Het hangt recht voor je neus.
Je moet het alleen willen zien.

18 april krijg ik de eerste keer die OCA.
Hoop doet leven.