maandag 5 oktober 2015

De vader van mijn vriendin overlijdt

Woendag 7 januari 2015. Ik was vroeg op, want er lag een berg werk te wachten, en was dus al rond zes uur op kantoor, zoals ik elke dag al vroeg was geweest die week.
Rond tien uur in de ochtend kreeg ik een telefoontje van mijn vriendin, die me helemaal overstuur belde dat haar vader was overleden. Ik probeerde haar wat te kalmeren, en beloofde haar binnen het half uur thuis te zijn. Ik verwittigde mijn technical manager, briefte hem kort over de taken die ik die dag op de agenda had, en ging naar huis. Ik vond mijn vriendin als een hoopje ellende in de keuken, nam haar vast en zei eventjes niks. Mijn goedbedoelde knuffel en schouder om op te huilen werden niet echt onthaald, dus begeleidde ik haar maar naar de wagen, om naar het revalidatiecentrum te gaan waar haar vader overleden was. Daar aangekomen was de stiefmoeder van mijn vriendin ook aanwezig, en al even aangeslagen als mijn vriendin. Geen van beiden was in staat tot enige actie, dus nam ik de nodige stappen, verwittigde een begrafenisondernemer, en nam de uitvaart regelen op mijn schouders. Ik voelde mezelf helemaal niet in optima forma, ik sliep slecht, en voelde regelmatig pijn in mijn longen, maar parkeerde dit omdat de uitvaart al mijn aandacht opeiste. Ik nam een week overuren op, zodat ik me voltijds kon bezighouden met die uitvaart en stond ervan te kijken wat er allemaal op hele korte termijn moest geregeld worden wanneer iemand overlijdt. De man werd de week erop op dinsdag gecremeerd met vooraf een afscheid in de aula van het crematorium en met aansluitend een koffietafel. Ik had mijn best gedaan er iets moois van te maken, wat niet eenvoudig is wanneer je de overledene amper hebt gekend. Het was een lange en emotionele dag, en ik kreeg een dankwoord van haar stiefmoeder voor alle geboden hulp.
Eigenlijk doodmoe keerde ik met mijn vriendin terug naar Brasschaat.

De volgende dag voelde ik me helemaal niet ok, en voor ik naar het werk vertrok ging ik langs de huisarts, die me vertelde dat de hoest een gevolg moest zijn van een hardnekkige infectie, en schreef me een andere antibiotica voor, en een andere puffer. De slapeloosheid wees ze toe aan oververmoeidheid, en ze raadde me aan niet te zwaar te eten voor het slapen gaan, en adviseerde me om als ik de slaap niet kon vatten, op te staan, een beetje televisie te kijken en dan zou de slaap wel komen. Indien nodig kon ik nog altijd eens terugkomen om een voorschrift voor een lichte slaappil. Ik vertelde haar dat ik steevast voor de televisie in slaap viel, rond een uur of negen, en dan tegen twee uur wakker werd in de zetel, en geen oog meer dicht deed. Mijn huisarts vroeg me het een beetje tijd te geven, ik had dan ook hele drukke dagen achter de rug gehad, en met dat advies reed ik door naar het werk. De routine van werken en huishouden hernam zich. Mijn vriendin kon zich door het overlijden van haar vader niet meer focussen op haar studies, en besloot haar examens uit te stellen naar tweede zit. Ik weet nog steeds niet waar ze zich mee bezig hield in die dagen erna, maar nuttig was het zeker niet. Het huishouden lag nog steeds volledig bij mij. Ik vertrok vroeg naar het werk, kwam rond half zeven thuis, maakte wat te eten, ruimde op, zette me in de zetel en viel in slaap. Mijn vriendin zat achter haar bureautafel wat op de laptop te prutsen. De communicatie tussen ons beperkte zich tot een 'smakelijk eten', en 'slaap wel'. Samen in één bed slapen was er al vijf, zes maanden niet meer bij, omdat ik zogezegd snurkte en haar daarmee uit haar slaap hield. We sliepen in aparte kamers. Langzaam kwam 3 februari korter bij, en ik hoopte dat de vakantie in de Caraïben ons wat korter bij elkaar zou brengen. Ik keek er halsreikend naar uit. De batterijen eens goed opladen, van die vervelende hoest af geraken, ons eens goed laten verwennen in een tophotel om dan met hernieuwde energie en een relatie met terug wat leven in naar huis terug te kunnen keren. Het was in elk geval een leuk vooruitzicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten