donderdag 8 oktober 2015

De fabriek.

Donderdag 5 maart 2015.

Ik had een afspraak met een prof respiratoire oncologie in het universitair ziekenhuis Gasthuisberg te leuven, een prof die ik hier Prof. Knäckebröd zal noemen. Ik heb van de man de toestemming nog niet om hem met naam en toenaam te vermelden.
Om 14.00 werd ik verwacht op consultatie, na om 10.30 uur eerst opnieuw een CT scan te hebben ondergaan.
Tot zo ver het vertrouwen dus tussen de deskundigheid van de ziekenhuizen onderling. Al kon ik het wantrouwen in dit geval best wel begrijpen, de bronchoscopie die ik had ondergaan in het lokale ziekenhuis in het achterhoofd.
Ik werd rond half drie binnen geroepen, wat naar de maatstaven van een universitair ziekenhuis met de omvang van een middelgrote stad onder de noemer punctueel kan geplaatst worden. Mijn toenmalige vriendin vergezelde me, haar lessenrooster liet het toe, en ze wou zelf de second opinion aanhoren. Kwestie van zeker te zijn dat ik niet een stukje toneel stond op te voeren, is achteraf gebleken. Onder meer om die reden is het mijn toenmalige vriendin, vandaag ex dus.
Een assistente van de prof begroette me vriendelijk, nam een aantal parameters, en verzocht me even te wachten tot Prof. Knäckebröd me de verdere uitleg zou geven. Een kwartiertje later kwam de professor het kabinet binnengestapt. Het was een grote, rijzige man, met grijzend haar, en een verrassend assertieve blik. In geen enkele optiek beantwoordde hij aan het typerend beeld van een professor.
Zijn assistente volgde, en zij nam plaats achter het bureeltje. De professor trok een taboeretje van onder de onderzoekstafel, zette zich er wijdbeens op en opende het gesprek met een vraag.
"Meneer Schodts, voor ik samen met u door de bevindingen ga, kan u me iets verduidelijken? Hoe komt u in Godsnaam in dat kliniekske in Brasschaat terecht?".
Ik keek de man aan, en ik mocht hem gelijk. Dit was iemand van mijn kaliber, no nonsens, recht voor de raap. Zo heb ik ze graag.
Hij luisterde naar mijn uitleg, en stak toen van wal.
"Ik ben blij dat ik u nog een uitleg kan geven. Die pneumologen moeten eens leren dat ze geen oncologen zijn. U had dood kunnen zijn. Een gezwel van die omvang biopten brengt ernstige risico's met zich mee, onder meer een bloeding die zeer moeilijk te stelpen is. Ik heb de vrijheid genomen de pneumoloog van dat kliniekske hierover mijn mening te geven. Ik veronderstel dat u hier geen bezwaar tegen heeft?"
Een glimlach die instant om mijn lippen speelde was voldoende als bevestiging.
Prof Knäckebröd ging verder.
"Uiteraard is een weefselpunctie noodzakelijk, we moeten weten met welk soort gezwel we te maken hebben. Zonder vooruit te lopen op de resultaten, wil ik nu toch al met een behoorlijke zekerheid een goedaardige soort uitsluiten. Ik meen dat u zich mag verwachten aan een kwaadaardige tumor. De hamvraag die speelt is of het gaat om een niet kleincellige tumor of een kleincellige tumor. De behandeling kan maar worden bepaald op basis van de aard van de tumor. Ik heb voor u aanstaande donderdag deze weefselpunctie gepland. Dit zal opnieuw met een bronchoscopie zijn, maar onder volledige narcose. U hoeft op deze manier geen marteling te ondergaan, en wij kunnen bij complicaties, zoals een mogelijk hevige bloeding, onmiddellijk gericht ingrijpen zonder dat u, nogmaals, het gevoel heeft gemarteld te worden. Mijn assistente zal u straks alle verdere informatie geven. Mag ik uw telefoonnummer, zodat ik u kan informeren over de resultaten wanneer die bekend zullen zijn?"
Ik gaf de professor mijn vast en mijn mobiel nummer, en het nummer bij mijn ouders. De man drukte mij stevig de hand, wenste me succes, verzekerde me dat ze er alles aan gingen doen om me te helpen, en beende de onderzoekskamer uit.
Danig onder de indruk, maar met een gevoel van vertrouwen stapte ik met mijn vriendin tien minuten later richting parking, naar mijn auto.
De rit naar Brasschaat verliep in stilzwijgen.
Thuis gekomen nam mijn vriendin een pot met pollen, uit de ene of de andere macrobiotische winkel, en adviseerde me daarvan elke ochtend een soeplepel in een glas water de doen, dit om te roeren en op te drinken. Het hielp haar ook tegen haar allergieën aan pollen, dus zou het mij ook op de kortste keren helpen met mijn allergische reacties. Toen ik haar duidelijk maakte dat allergieën geen tumoren veroorzaakten, kreeg ik geen reactie.
Ze wou het niet zien. De waarheid paste duidelijk niet in haar kraam...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten